opsteker


De opsteker is iets bijzonders. Is een opsteker voor veel mensen allereerst een gelukje of een meevaller, en voor sommigen misschien een stuk werktuig, voor menig visser roept het woord opsteker iets anders op. Hij of zij zal stellig denken aan de naam van de eigen hengelsportvereniging, of aan de redactionele openingen van het blad “Vissport”. Of misschien gaan de gedachten uit naar die ene, unieke registratie van de aanbeet met de klinkende naam opsteker. Voor mij zelf is een opsteker onlosmakelijk verbonden met vissen op brasem. Niet zomaar vissen, maar misschien wel met de essentie van vissen. De kern waarbij het voor mij allemaal om gaat bij het vissen.


Door zijn vorm en door de wijze van azen is de brasem veroorzaker van de ultieme opsteker. Simpel met een vaste telescoophengel van vijf meter, vissend op een meter of vier water. De hengel mag wel een wat “slap” karakter hebben. Dat wil zeggen een telescoop hengel die onder zijn eigen gewicht al wat doorbuigt. Een hengel die flink krom kan gaan om de brasem te pareren. Kortom een vaste hengel die nieuw bij voorkeur niet duurder moet zijn dan 15 euro. Daarbij een pen met lange antenne en een stuk nylon van net iets minder lang dan de hengel lengte. Een beetje brasem is op deze combinatie een sportvis van de bovenste plank.
De pen wordt uitgelood (met een hele rits kleinere loodhagel verdeeld over een flink stuk nylon) totdat het rode puntje nog net zichtbaar is, en zodanig afgesteld dat het onderste loodje op de bodem rust. Op die wijze is er misschien een halve centimeter van de antenne zichtbaar.

Bij een aanbeet zal de pen zich tergend langzaam verheffen. Dan, schuin in het oppervlak hangend… aarzelend… om vervolgens toch richting te kiezen en in de diepte te verdwijnen. Of de pen steekt nog hoger en hoger en valt plat op het wateroppervlak, alwaar hij stil blijft liggen. Even gebeurt er niks. De pen ligt daar roerloos, of dobbert plat op de kabbel. De visser zou nu de hengel zachtjes kunnen heffen, de vis zal vast en zeker hangen.


Maar de finale komt nog. Het sluitstuk vangt aan, ingezet door een minieme beweging van de pen, alsof ze huivert voor wat nog komen gaat. Wellicht gevolgd door een kleine verschuiving wanneer de pen in het wateroppervlak draait. Als de trillende naald van een kompas, op zoek naar de juiste richting. Eens de koers bepaald, is er geen houden meer aan. De pen richt zich nog eenmaal op en laat zich een laatste keer in volle glorie aanschouwen. Een laatste dans op de kabbel, om na de toegift definitief van het toneel te verdwijnen…

Dan is de voorstelling afgelopen. Niets herinnert er nog aan het drama van enkele ogenblikken geleden. Er klinkt geen applaus, de zaal is leeg. Slechts twee toeschouwers in een bootje zijn getuige van dit spel. Voor buitenstaanders aan het zicht onttrokken zitten zij daar… te midden van flarden mist die, in het gedempte licht van de ochtendschemering, een vaste vorm krijgen in de contouren van een wereld ter grootte van een hengellengte. Door die omzoming verborgen voor de buitenwereld is er in deze binnenwereld het voorzichtige geklots van water hoorbaar. In een regelmatig ritme maakt de boot korte, holle klanken die worden gedragen door een heldere galm. Het zijn de eerste rimpelingen op het water die onder tegen de boeg aanlopen, alwaar ze hun weerklank vinden in het unieke geluid van de stalen schouw. Een steekstok beweegt even mee met de boot wanneer de visser zich opmaakt…en kort is er het geringe geruis en gekraak van touw dat langs de steekstok schuurt. Ergens klimt de zon richting de kimmen, getuige een verandering in het licht. Maar wáár de zon zal opkomen is niet zichtbaar. De mist zelf is nu de lichtbron en een allesomvattend diffuus schijnsel schildert de binnenwereld in een kleur die niet te noemen is, een nuance ergens aan het eind van het spectrum of daarbuiten. Spoedig zal de zon deze nevel goeddeels doen oplossen. En wat ervan overblijft zal verwaaien. Wat dienst deed als een zorgvuldig opgetrokken rookgordijn is dan niet meer. De wereld strekt zich weer uit tot de einder en geeft zijn geheimen prijs. Maar eerst nog niet. Nu is het tijd… het nylon loopt strak… de korte lengte van de opslag biedt geen speelruimte meer.

Nee, de vissers in het bootje zijn geen toeschouwers. Zij zijn de spelers in dit spel.

Visser